Wat betekent het regeerakkoord voor ZZP’ers in de bouw?
Javascript is uitgeschakeld

Wat betekent het regeerakkoord voor ZZP’ers in de bouw?

Geplaatst: 15-01-2018
Wat betekent het regeerakkoord voor ZZP’ers in de bouw?

Voor veel zelfstandigen – in het bijzonder in de bouw – voelden de afgelopen jaren als een achtbaanrit. Met vaak meer dalen dan pieken. Economisch zijn de vooruitzichten inmiddels bijzonder goed en zowel bedrijven als particulieren investeren weer; ook in bouw en verbouw. Menig zelfstandige heeft wellicht ook met hoop uitgekeken naar het regeerakkoord van Rutte III, dat maanden in de maak was in 2017. Nu de inhoud daarvan bekend is, is het tijd om de balans op te maken: wat betekent het regeerakkoord Rutte III voor ZZP’ers in de bouw?

1 Wet DBA van de baan

Traditioneel een heikel punt tussen de regels voor ZZP’ers is de omgang met schijnzelfstandigheid. Hiervoor gold vroeger de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie) en de recente opvolger daarvan: de wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelatie). De wet DBA bleek onder zelfstandigen nauwelijks populairder dan de VAR. ZZP Nederland heeft dan ook flink gelobbyd om deze van tafel te krijgen. Met succes, want het nieuwe kabinet laat de wet DBA varen. Het alternatief is een webmodule en heet Opdrachtgeversverklaring.

Uitgangspunt blijft dat de ZZP’er, via een verklaring van de opdrachtgever, moet aantonen dat hij écht zelfstandig is en niet in verkapte loondienst werkt. De Opdrachtgeversverklaring biedt de Belastingdienst volop mogelijkheden om te bepalen dat iemand niet werkelijk zelfstandig is, maar in verkapte loondienst werkt voor één of enkele opdrachtgevers zonder de wettelijke bescherming van een werknemer in loondienst te genieten. Het handhaven van dit uitgangspunt kan met name in de bouw problematisch werken, omdat daar veel zelfstandigen slechts voor een beperkt aantal opdrachtgevers werken. Hoe de uiteindelijke beoordeling van zelfstandigheid zal uitpakken, in relatie tot eerdere wetgeving, is echter iets dat uitsluitend de praktijk definitief kan aantonen.

2 Minimumtarief

Een andere verandering waar lang over gespeculeerd is, maar waar het regeerakkoord nu echt werk van maakt is een minimumtarief voor ZZP’ers. Het kabinet hoopt met het instellen daarvan de race naar de bodem, die in sommige sectoren ernstig gevoeld werd, te beperken. De hoogte van dit nieuwe minimumtarief verschilt per sector, maar komt in de praktijk neer op 15 tot 18 euro. Waarmee ook direct het grootste bezwaar ertegen genoemd is: het gaat niet ver genoeg. Om een modaal netto inkomen te hebben en pensioen en arbeidsongeschiktheidsverzekering geregeld te kunnen hebben moet een ZZP’er werken met een tarief van een kleine 50 euro. Zeker in een sector als de bouw, waar het risico op arbeidsongeschiktheid bovengemiddeld is, zal dat bedrag eerder hoger dan lager uitpakken. Een minimumtarief van nog geen 20 euro zal dan in de praktijk weinig verschil maken.

Wat als ik toch tegen een lager tarief werk? Lees het antwoord in Toolboxr Magazine

3 Verzekering

Een derde terrein waarop veel beleid werd verwacht, maar waar eigenlijk niets verandert, zijn verzekeringen. Bij ZZP’ers gaat het dan zowel om arbeidsongeschiktheidsverzekeringen als een pensioenvoorziening. Van beide werd gesuggereerd dat zij, in een of andere vorm, voortaan verplicht zouden worden. Dat is niet het geval. Daarmee blijft maximale keuzevrijheid gehandhaafd, al doet dat niets af aan het feit dat een pensioenvoorziening en zeker een arbeidsongeschiktheidsverzekering in de bouw bijzonder relevant zijn.

Overig partnersnieuws

 

Onze partners

  • Heembeton
  • Therminon
  • Wilms
  • Naxis Energy
  • SOPREMA
  • VIP ISOLUTIONS
  • MEDITE SMARTPLY
Sluit deze advertentie