‘Wonen waar en waarin je maar wilt’

Beeld: Loura den Hartog

'Ik wil een supertof huis waarin ik thuis kan werken door de wand van de slaapkamer voor mijn thuisoffice te verschuiven.' Of het idee van een woonpas waarmee je kan wonen waar en hoe je op dat moment wil. 'De ene keer stedelijk, de andere keer landelijk’, aldus Nils Beers. Hij opperde dit idee op het congres 'Hoe wil jij wonen?', een bijeenkomst over de woonwensen van jongeren tot 35 jaar. Bijzonder want de sector praat vaak over woningen voor jongeren, maar zelden mét jongeren. 'Mijn huis is niet connected, heeft geen sensoren, en er zijn geen app’s te installeren die mijn leven verbeteren terwijl dit heel makkelijk zou kunnen.'

Zo’n veertig ‘jongeren’ in de leeftijd tot 35 jaar zijn naar het hoofdkantoor van de Rabobank in Utrecht gekomen om met elkaar een stevige twee uur te discussiëren over de huidige woonwensen. Het initiatief voor de bijeenkomst ‘Hoe wil jij wonen?’ komt van Vesteda, NVTB, de Rabobank en Bouwformatie. ‘Het is gewoon goed om eens van jongeren te horen hoe zij nu over wonen denken’, vertelt Peter Fraanje, directeur van NVTB over de achtergrond van de bijeenkomst. ‘Uiteindelijk zijn dat wel onze klanten van de toekomst. Om hen goed te kunnen bedienen moeten we wel weten hoe zij tegen het wonen aankijken en wat hun woonwensen zijn.' Want Fraanje is er net als iedereen in de sector van overtuigd dat de tijden waarin voor elke woning tientallen belangstellenden zijn voorlopig wel tot het verleden behoren.

Kopen of huren
Op een paar na gaat ieder- een voor een koopwoning. ‘Je bouwt toch een bezit op’, wordt als verklaring gegeven. Marion uit Amersfoort is echter een voor- stander van een huurwoning. ‘Ik ben graag flexibel en door die huurwoning hoef ik niet op één plek te blijven.’ ‘Jong geen schuld is oud geen bezit’, krijgt zij vanuit de zaal als tegenwerping. Het raakt haar niet. ‘Staan de aanwezigen niet open voor andere vormen van huren, zoals duokoop of leasen?’. Nee, zo blijkt. Het blijft kopen, met als aantekening dat iedereen zich beseft dat de woning voorlopig geen al te grote waardensprongen meer zal maken. ‘Het gaat meer om de vraag of je plezierig in je woning woont en het is minder een beleggingsproduct.’

De stelling bij locatiekeuze rust en ruimte of reuring en voorzieningen?, kiest toch een groot deel voor de laatste keuzemogelijkheid. ‘Maar waarom zou je moeten kiezen?’, vraagt iemand zich hardop af. ‘Een vriend van mij woont doordeweeks in hartje Eindhoven. In het land heeft hij een blokhut gekocht waarin hij de weekends doorbrengt.’ Dit brengt Nils op het idee om een woonpas in te voeren.

‘En die pas geeft mij toegang tot een woning waar ik op dat moment wil wonen. Dat kan de ene keer stedelijk zijn en de andere keer juist landelijk. Afhankelijk van mijn situatie.’

Sleutelklaar
Bij de vraag een kluswoning of helemaal klaar?, is er groot deel in de zaal dat de voorkeur voor sleutelklaar geeft. Desondanks keurt een meerderheid een nieuwbouwwoning af als er ook een ‘oude’ woning kan worden gekocht. ‘Een huis moet inspireren en de meeste nieuwbouwwoningen doen mij dat niet’, wordt als reden gegeven. Tegelijkertijd beseft iedereen wel dat een nieuwbouwwoning energiezuiniger en duurzamer is. Iets waar alle aanwezigen een groot voorstander van zijn. Kortom, dat is nog wel een dingetje. Bijna de hele zaal gaat als het moet kiezen tussen een tuin of balkon als buitenruimte in een tuin zitten.

Het hele artikel is terug te lezen in Bouwformatie 1, 2014

Pagina afdrukken

Overig partnersnieuws